Interview Rishi Santokhi

Interview met Rishi Santokhi – global CFO bij Aegon Asset Management

 ‘De échte diversiteit is die in denken’

Voor Partners at Work is het stimuleren van diversiteit in de breedste betekenis al jaren een leidend principe in alle search opdrachten. Onder andere multiculturele diversiteit heeft bewezen van waarde te zijn om het optimale uit organisaties te halen. Christine Changoer onderzoekt in een serie interviews met multiculturele leiders wat een andere culturele achtergrond en etniciteit kunnen toevoegen. Maar ook met welke uitdagingen multiculturele leiders te maken kregen op hun weg naar de top. Samen met haar collega Josephine van der Vossen ging ze ditmaal in gesprek met Rishi Santokhi, global CFO bij Aegon AM.

Rishi verschijnt in pak bij Partners at Work. Niets bijzonders, zou je zeggen. Tótdat hij vertelt dat hij zich er al op verheugt om straks makkelijke kleding aan te trekken, hij werkt na het interview thuis. ‘Het is vandaag tenslotte ‘casual Friday’, zegt hij met een brede glimlach. Die keert kort daarna terug als hem naar zijn diverse profiel wordt gevraagd. ‘Ik ben geboren en opgegroeid in Den Haag, waar ik een onbezorgde, fijne jeugd heb gehad. Ik voel me Nederlander en ook mijn manier van denken is heel erg Nederlands. Je kunt je dus überhaupt afvragen óf ik wel zo divers ben.’

Rishi’s achtergrond laat daarover in ieder geval geen twijfel bestaan. Zijn beide Hindoestaanse ouders kwamen begin jaren zeventig vanuit Suriname naar Nederland. Zijn vader als financial, een talent en belangstelling die genetisch lijken te zijn doorgegeven. Zijn moeder werkte, vóór Rishi en zijn jongere zus geboren waren en opnieuw nadat ze wat ouder waren, in het onderwijs. Hun beweegreden om zich in Nederland te vestigen had met de betere kansen te maken die Nederland biedt. ‘Mijn vader heeft altijd hard gewerkt en streefde daarbij het beste voor zijn gezin na. Daar heeft de verhuizing naar Nederland alles mee te maken. Dit land is georganiseerder, je kunt hier betere opleidingen volgen en dus een beter leven opbouwen.’

 

Loterij

Zijn jeugd verliep probleemloos, mede dankzij zijn liefhebbende en inmiddels gepensioneerde ouders, vertelt Rishi. Een jeugd doortrokken van sporten als voetbal, tennis en squash, iets wat tot de dag van vandaag een plek heeft in zijn leven. Het begon overigens allemaal met judo: ‘Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik wat zelfverdediging leerde.’ Pusherig waren ze overigens niet, vervolgt Rishi als gevraagd wordt naar de boodschap die zijn ouders hem meegaven. ‘Ze wilden dat ik altijd mijn best deed en kansen pakte die op mijn pad kwamen. Dat advies paste ik onder andere toe toen ik naar een goed gymnasium zocht. Ik liep destijds heel wat open dagen af.’ Nu zit hij weer in dezelfde fase met zijn bonusdochter. ‘We oriënteren ons op een goede middelbare school, maar dat is tegenwoordig echt wat anders dan in mijn jeugd.’ Daarbij komt dat hij vier jaar geleden met zijn vriendin, hun zoontje van acht maanden en de dochter van zijn vriendin naar Amsterdam verhuisde. ‘Hier moet je twaalf tot veertien scholen van je voorkeur opgeven, en dan maar hopen dat je bij een van je top 3-scholen terechtkunt.’

 

‘New York is geen lieve stad waar iedereen je helpt. Je moet het er zelf doen.’

 

Na zijn gymnasium studeerde Rishi bedrijfs- en financiële economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam waarna hij de postdoctorale opleiding tot registeraccountant volgde. Die laatste opleiding combineerde hij met zijn eerste carrièrestap. Het werd de onboarding bij EY, waar hij 12 ½ jaar werkte, waarvan de laatste vier jaar internationaal. ‘Ik zat van 2008 tot 2010 in Manhattan, New York, en daarmee in het hart van de financiële crisis. De financials die ik er als klant had, zaten ook middenin die storm. Ik moest er wennen aan een nieuw land en een nieuwe omgeving waar ik me staande moest houden onder uitdagende omstandigheden. Daar komt bij dat NY geen lieve stad is waar iedereen je helpt. Je moet het er zelf doen. Het was een leerzame, vormende periode. Toen ik erheen ging was ik bescheiden en wat afwachtend, maar daar ben ik harder geworden. Ik leerde meer voor mezelf opkomen.’

Helpende hand

Hij werd overigens ook iets harder voor zijn omgeving, zegt hij. ‘Zelf kwam ik in Nederland in een gespreid bedje, maar ik realiseerde me heel goed dat dit voor mijn ouders niet gold. Die ervaring droeg bij aan mijn keuze voor nevenactiviteiten in vooral het publiek maatschappelijke domein, zoals woningcorporaties. Daar krijg je te maken met mensen met een laag inkomen en een hoge afhankelijkheid van hun omgeving. De helpende hand uitsteken naar deze mensen hoort er voor mij helemaal bij. Ik denk dat mijn Hindoestaans-Surinaamse achtergrond daar een rol in speelt.’

Maar harder voor zijn omgeving werd hij dus óók. ‘Ik ben heel erg tegen kansenongelijkheid gekant en probeer mijn steentje bij te dragen aan meer sociaal/economische gelijkheid. Ik zie echter ook mensen die kansen krijgen maar daar niets mee doen. Daar heb ik eerlijk gezegd weinig sympathie voor.’

 

‘Ik zie ook mensen die kansen krijgen maar daar niets mee doen. Daar heb ik eerlijk gezegd weinig sympathie voor.’

 

Bij zijn terugkeer uit the big Apple verruilde hij na enkele maanden EY voor Aegon. ‘Een headhunter had een rol voor me bij Aegon die me erg aansprak. Met mijn accountancy achtergrond werd ik namelijk doorgaans benaderd voor standaardrollen als controller, internal auditor of risk manager. Maar ik was aan een nieuwe stap toe, en de baan die Aegon me te bieden had sloot naadloos op mijn behoeften aan.’ Hij werd er finance director, wat hem verbreding van zijn takenpakket bood. ‘Dat integralere vond ik interessant. Dergelijke kansen komen niet vaak voorbij, want zodra je van de accountancy naar de andere kant van de tafel verhuist, begin je gewoonlijk niet als finance director. Ik zie dat als dat beetje geluk dat ik vaker in mijn leven mocht hebben.’

Sprong in het duister

Rishi doelt daarbij op de sprong in het duister die soms voor hem gemaakt werd. Bijvoorbeeld toen hij op zijn 38ste zijn eerste commissariaat kreeg, een rol die helemaal nieuw was en hem daarom aantrok. Wat is zijn x-factor waardoor dat al meerdere malen in zijn carrière gebeurde? ‘Ik denk dat men in mij een betrouwbaar persoon ziet, gedreven, doelgericht en bereid om tot het gaatje te gaan om iets te bereiken. Er wordt aangevoeld dat een eventueel gebrek aan ervaring mij niet tegenhoudt om het gevraagde te leveren. Zelf geef ik ook zo leiding. Voor mij weegt het teambelang heel zwaar en daarbinnen geef ik mensen kansen om óók dingen te doen waarmee ze niet altijd ervaring hebben.’

Op de vraag of hij zichzelf als rolmodel ziet, verschijnt die glimlach weer. ‘Misschien dat anderen dat wel doen, ikzelf zeker niet. Ik ben er ook niet mee bezig. Belangrijk vind ik het om voor mijn kinderen het goede voorbeeld te geven. Daar moet ik trouwens wel een beetje uitkijken, want vroeger spijbelde ik weleens van school. Als ik tekenles had, ging ik het centrum van Den Haag in om met vrienden te poolen of snookeren. Want wat moest ik met tekenles?’

 

‘Als ik tekenles had ging ik het centrum van Den Haag in om met vrienden te poolen of snookeren. Want wat moest ik met tekenles?’

 

Diversiteit is belangrijk voor Rishi, maar bij het samenstellen van teams komt kwaliteit altijd éérst. Dat is de basis waarop je kunt voortbouwen met de toegevoegde waarde van diversiteit, vindt hij. Diversiteit is daarbij op allerlei niveaus essentieel, niet alleen op het gebied van gender. Tegelijkertijd relativeert Rishi dit wanneer hij culturele, etnische, religieuze en andere soorten van diversiteit afzet tegen de belangrijkste diversiteit die er in zijn ogen is. ‘De échte diversiteit is die in denken. We moeten dus verder kijken dan alleen uiterlijke kenmerken, waar het in de diversiteitsdiscussie vaak om lijkt te draaien. Je wilt in je team mensen die zaken op een andere manier kunnen benaderen. Dat is de diversiteit waar Nederland het meest bij gebaat zou zijn.’

Wat zou hij de BV Nederland ten slotte gunnen? ‘Dat iedereen die hier woont ook zijn of haar steentje wil bijdragen. Andersom hoop ik dat dit land bereid is om iedereen die mee wil doen ook kansen te geven. Zodat de grote diversiteit van de Nederlandse bevolking niet alleen zichtbaar is in de CBS-registratie maar ook in de bemensing van publieke en private lichamen.’

Tekst door Baart Koster

Foto’s door Bettina Traas