Interview met Sevinc Acar – Head Public Markets NN Group
‘Bij ons lag geen FD op de ontbijttafel’
Voor Partners at Work is het stimuleren van diversiteit in de breedste betekenis al jaren een leidend principe in alle search opdrachten. Onder andere multiculturele diversiteit heeft bewezen van waarde te zijn om het optimale uit organisaties te halen. Christine Changoer spreekt in een serie interviews met multiculturele leiders, die door Partners at Work zijn bemiddeld in hun rol. Zij onderzoekt wat onder meer een andere culturele achtergrond en etniciteit kunnen toevoegen. Maar ook met welke uitdagingen multiculturele leiders te maken kregen op hun weg naar de top. Samen met haar collega Ingrid Reichmann ging ze ditmaal in gesprek met Sevinc Acar, Head of Public Markets bij NN Group.
Haar wieg en Turkse achtergrond: het zijn thema’s die gemengde reacties losmaken bij Sevinc. Ze zal niet ontkennen dat die belangrijk zijn in een mensenleven. Tegelijkertijd lijkt ze ook wel een beetje te betreuren dat het tegenwoordig vaak zó centraal wordt gesteld. ‘Turkije is een cultureel ontzettend divers land, waar mensen met allerlei achtergronden leven. Alevieten, Armeniërs, Koerden, Arabieren, noem maar op. Daar is het ‘not done’ om naar iemands achtergrond te informeren vanuit het besef dat niemand zijn ouders kiest. Je wordt ergens geboren, en die afkomst is jouw eer. Daarover hoef je het verder niet te hebben. Ik wist vaak niet eens welke achtergrond mijn Turkse vrienden hadden.’
Haar wieg stond in Hengelo (Overijssel) waar ze als oudste opgroeide met twee broers en twee zussen. ‘We waren een seculier gezin, wat overigens niet wil zeggen dat we niet geloofden. Ik geloof net zozeer als een Turkse met een hoofddoekje, alleen ben ik van huis uit niet conservatief.’ Maar gelovig is ze, dat zit hem voor Sevinc alleen niet in uiterlijke kenmerken. ‘Geloof is iets tussen Allah en mij, ik hoef dat niet actief uit te dragen door een hoofddoekje te dragen. Dat zie ik als een vorm van opportunisme, laten zien hoezeer je wel niet gelooft.’ Haar moeder gaf haar wat dat betreft een inspirerende les mee. ‘Zij leerde me dat je linkerhand niet mag zien wat je rechterhand geeft. Als je goeddoet, doe dat dan niet voor de bühne.’
Pasfoto zonder hoofddoek
Haar vader was een van de eerste arbeidsmigranten, die in de jaren 60 naar Nederland kwam om in de metaalbewerkende industrie aan de slag te gaan. Het gezin vestigde zich in Hengelo. Wat scholing betreft was Sevinc een stapelaar, zoals ze het noemt. Ze doorliep mavo, havo en vwo. Geschiedenis had haar voorliefde, maar het werd economie. Een veelgemaakte keuze door Turken, vertelt ze, want daarmee kun je een goede toekomst opbouwen. Minder vanzelfsprekend was dat ze op kamers ging. ‘Een dochter op kamers, daar wordt door veel Turkse Nederlanders op een bepaalde manier tegenaan gekeken. Maar mijn vader vond dat geen probleem, in Turkije gaan de meisjes na hun middelbare schoolopleiding ook naar een internaat, was zijn redenering.’ De liberale houding van het gezin Acar was een steun voor Sevinc die haar doel glashelder had. ‘Ik wilde slagen, failure was no option. Die instelling kenmerkt überhaupt veel tweede generatie migrantenkinderen.’
‘Als mijn Turkse oma’s vroeger een pasfoto moesten maken, deden ze daar speciaal hun hoofddoek voor af’
Falen deed ze ook zeker niet, integendeel: in iets meer dan vier jaar studeerde ze af als jonge econoom, en dat terwijl ze daarnaast had gewerkt om haar studie te bekostigen. ‘Ik wilde niet op mijn ouders leunen. Mijn moeder stimuleerde ons op dit punt vrij sterk. Of je haalde je diploma of je ging trouwen. In elk geval had je ervoor te zorgen dat je ouders niet je kostje hoefden te blijven betalen. Ze zei het met een knipoog, maar het liefst wilde ze dat wij via studie onafhankelijk zouden worden. Iets waar zij zelf in het leven niet aan toegekomen is. ’ Falen was dus geen optie en Sevinc heeft ook altijd met dubbele kracht gewerkt aan het bereiken van haar doelen. Opleiding was voor haar cruciaal. ‘In Turkije noemen ze een diploma Altin bilezik, je gouden armband. Het is een voorwaarde om een goed leven op te bouwen en voor een vrouw een ticket naar vrijheid, het opende maatschappelijk deuren.’ Net als veel jonge mensen met een vergelijkbare achtergrond was en is Sevinc gedreven, gericht op kansen die zich voordoen, maar moet ze zich ook dagelijks aanpassen aan haar omgeving. ‘Thuis ben je een Turkse, buiten de deur een Nederlandse. Dat is een beetje schizofreen, maar je ontkomt er niet helemaal aan je als een kameleon te gedragen.’
Kokcü had moeten vertrekken
Dat je buitenshuis het spel volgens de maatschappelijke regels speelt, vindt Sevinc overigens volkomen vanzelfsprekend. Ze ergerde zich dan ook aan de houding van Feyenoord-aanvoerder Orkun Kokcü die onlangs geen OneLove-band wilde dragen. ‘Als je zelf geaccepteerd wordt en hier leeft en werkt, moet je de ander ook accepteren. Inclusiviteit is geen eenrichtingsverkeer. Als je werkgever een dergelijk statement wil maken, dien je dat te onderschrijven. En anders: wegwezen. Er moet in het hele diversiteits- en inclusieverhaal veel meer wederkerigheid komen.’
‘Mijn afkomst is mijn eer’
Inmiddels heeft Sevinc er als 47-jarige al vele jaren in de financiële sector opzitten. Ze startte haar imposante carrière bij Fortis, enkele jaren voordat dit overgenomen werd door ABN AMRO Bank. Ze vervolgde haar loopbaan bij a.s.r., om vervolgens binnen PGGM Investments in verscheidene functies op te klimmen tot de hoogste functie in haar specialisme, die van Investment Director Fixed Income. Na vijftien jaar PGGM Investments, dat haar mooie jaren bracht, stapte ze vijf maanden geleden over naar NN waar ze Head of Public Markets is. Hoe imposant dat carrièrepad ook is, alle begin blijft lastig. En zeker als migrantendochter. ‘In Turkije kennen we de uitdrukking ‘Deli cesareti’, wat zoiets betekent als ‘gekke moed’. Het is een soort positieve naïviteit, waarmee ik ook mijn eerste sollicitatiegesprek inging. Want wat wist ik van een formeel sollicitatiegesprek? Mijn ouders konden me op dat vlak niets meegeven.’
Geen FD op ontbijttafel, wel goudkoersen op tv
‘Op de vraag waarom ik voor een beleggingsafdeling wilde werken, kon ik dus niet antwoorden ‘mijn ouders hadden altijd het FD op de ontbijttafel liggen’, vervolgt Sevinc. En het leek haar verstandiger om het verhaal dat ze wél had kunnen vertellen, voor zich te houden toen ze ruim twintig jaar geleden haar eerste sollicitatiegesprek voerde. Affiniteit met economie ontbrak in haar familie namelijk allerminst. ‘Als ik tijdens zomervakanties bij mijn oma’s in Turkije logeerde, dan stond de tv ’s avonds op het achtuur journaal. Mijn oma’s waren analfabeet maar tegelijkertijd uitstekend op de hoogte van wat er in de wereld speelde. Hun aandacht ging vooral uit naar het economisch nieuws, als de valuta- en goudkoersen in beeld kwamen. Vooral dat laatste was interessant, want net als veel Turkse vrouwen spaarden ze onder andere goud.’ Het waren wandelende rekenmachines en eigenlijk ook zakenvrouwen, voegt Sevinc daaraan toe. ‘Als we naar de stad gingen, dan kregen wij vaak een ijsje of aten we een gebakje bij een patisserie. Daarna gingen ze langs bij een goudzaak om handel te doen.’
‘Er moet in het hele diversiteits- en inclusieverhaal veel meer wederkerigheid komen’
Twintig jaar na dat succesvolle sollicitatiegesprek kan Sevinc bogen op een schat aan ervaring in verantwoordelijke financiële topfuncties. Hoe zou zij zichzelf als leider omschrijven? ‘Ik ben vooral praktisch, en minder conceptueel. Bij mij komt al snel de vraag naar boven: wanneer gaan we deze mooie plannen in actie omzetten? Ik houd ervan om snel en gericht in beweging te komen.’ Ook daar sluit een mooi gezegde op aan waar de Turkse taal zo rijk aan is: Kervan yolda düzülür (de handelskaravaan wordt onderweg wel georganiseerd). Sevinc: ‘Waar Nederlanders zaken vooraf al helemaal willen plannen en organiseren, gaan Turken op weg. Dat past mij als een handschoen. Snel aan de slag en vervolgens bijsturen waar nodig.’
Inclusiviteit: een kwestie van belangstelling
Teambuilding speelt een belangrijke rol, ook bij haar nieuwe werkgever NN Group (het moederbedrijf Nationale-Nederlanden is actief in elf landen), vertelt ze. ‘Diversiteit en inclusiviteit zijn geen pose, het zit echt in het DNA van dit bedrijf. Vanaf de eerste dag dat ik bij NN binnenstapte voelde ik: ik ben hier welkom.’ Binnen het bedrijf zijn verschillende diversiteitsnetwerken actief; cultureel, voor vrouwen, LHBTI+, jongeren, et cetera. Daarnaast organiseert NN evenementen die aan het thema diversiteit gewijd zijn, zoals Values Week.’ Inclusiviteit is belangrijk maar niet iets dat Sevinc zou willen forceren. ‘Er moet een natuurlijke flow zijn. Toon belangstelling voor je collega’s, hun interesses, hun achtergrond en dan ontstaat het vanzelf.’ En wat adviseert zij jonge vrouwen met een diverse achtergrond die carrière willen maken? ‘Doe je werk goed, maar durf je er soms ook doorheen te bluffen.’
‘Bedrijven die nu nog durven te beweren dat ze de juiste vrouw niet kunnen vinden, zijn volkomen achterhaald’
Dat sluit goed aan op wat Sevinc de BV Nederland adviseert. ‘Laat je verrassen. Vraag mensen met een andere achtergrond niet altijd naar bewijzen van competentie, maar geef ze kansen. Durf daarin risico’s te nemen. Dat pakt vaak heel goed uit.’ Het hele diversiteitsgesprek zoals dat momenteel in Nederland gevoerd wordt is goed, maar we moeten het nu naar het volgende niveau tillen, vindt ze. ‘Bedrijven die nu nog durven te beweren dat ze de juiste vrouw niet kunnen vinden zijn volkomen achterhaald. Vrouwen hebben allang bewezen alle kwaliteiten te bezitten. Net zoals je nooit moet zeggen dat je een goede vrouw hebt aangenomen. Je kunt beter zeggen ‘we hebben een goede kracht aangenomen met een andere denkwijze’. Dat bedoel ik onder andere met het volgende niveau. Daar hoort ook een ander taalgebruik bij.’ Sevinc kwam als die goede kracht bij NN Group binnen. Ze is er heel blij mee. ‘Jij hebt mij voorgedragen voor mijn laatste functie, Ingrid. Een andere headhunter had mij waarschijnlijk voor deze positie niet in het vizier gehad.’
Er is nog heel veel werk te doen, besluit Sevinc. Die constatering zag ze onlangs nog gestaafd door het Volkskrant-artikel ‘Glazen plafond? Ambitieuze vrouwen worden al veel eerder gedwarsboomd’. Het is gebaseerd op een groot onderzoek waaruit blijkt dat in het Nederlandse bedrijfsleven vaak al bij de opstap naar de eerste leidinggevende positie de tegenwind voor vrouwen opsteekt. ‘Er is helaas nog vaak sprake van diversity washing als het om gender diversiteit gaat. Voornamelijk om aandeelhouders te overtuigen dat bedrijven goed bezig zijn. Maar zolang dat niet echt van binnenuit komt, haalt het weinig uit. Bedrijven zouden vrouwen comfort moeten geven door ze warm welkom te heten, en mannen moet je uitleggen dat vrouwen niet als bedreiging maar als toegevoegde waarde binnenkomen. Bedrijven die goed met gender diversiteit willen omgaan zullen op die twee sporen moeten bewegen.’
Tekst door Baart Koster
Fotografie door Pamela Mooij