Raad van Toezicht

Toezicht is een vak

Pensioenfonds Delta Lloyd heeft een nieuwe Raad van Toezicht (RvT) en wel in de meest letterlijke zin des woords, want tot dusver ontbrak die raad. In voorzitter Peter de Groot en bestuursleden Evalinde Eelens en Jeroen Hilbrands heeft het pensioenfondsbestuur een zeer ervaren en capabele toezichthouder in huis. Om de RvB terzijde te staan, onder meer als klankbord, want daaraan is bestuurlijk grote behoefte in de razendsnel veranderende pensioensector. “Een belangrijke toegevoegde waarde van ons is om bij het pensioenfonds naar binnen te brengen wat er buiten gebeurt.”

Een onmisbaar klankbord zijn voor het bestuur; het is een belangrijke ambitie van de nieuwe RvT, zo maakt De Groot al vroeg duidelijk tijdens het gesprek op het kantoor van Partners at Work. Met dat naar binnen brengen van de buitenwereld wil deze RvT het bestuur helpen zijn besluitvorming te structureren. Als voorzitter houdt De Groot de grens daarbij scherp in de gaten: “Die besluitvorming is uiteraard geheel aan hen. Zij beslissen, wij kunnen alleen helpen daar vorm aan te geven.”

Maar die ondersteuning zal van grote waarde zijn voor het ondernemingspensioenfonds (OPF) dat, als gevolg van de overname van Delta Lloyd door NN, met een gesloten regeling en dus een continuïteitsvraagstuk te maken heeft. Het fonds voor een aantal strategische keuzes staat, legt Hilbrands uit. “Het bestuur krijgt bijzondere vragen omtrent de continuïteit van het fonds. Sponsors staan al wat meer op afstand en zullen waarschijnlijk nog verder op afstand komen te staan. Ik denk dat juist in zo’n situatie een deskundige en krachtige RvT behulpzaam kan zijn. Dat was voor mij dan ook een belangrijke reden om in te stappen.”

Peter en Evalinde, wat was voor jullie een belangrijke drijfveer om onderdeel van dit team uit te willen maken?

Eelens: “Onder meer de situatie waarin het bedrijf zich bevindt, maakt dit een hele leuke en dynamische opdracht. Bovendien ben ik als bestuurslid aan twee bedrijfstakpensioenfondsen (BPF-en) verbonden. Voor mij is het dus zeker interessant om nu in een andere rol voor een OPF te werken. Door deze toezichtsfunctie kan ik mijn bestuursrollen met een andere bril bekijken. En omdat ik uit eigen ervaring weet hoe bestuurders graag opereren, kan ik me vanuit mijn RvT-functie goed in hun positie inleven. Daarin ben ik er alert op dat ik niet op de stoel van de bestuurders ga zitten, maar dat ik in mijn toezichtsrol blijf.”

De Groot: “Ik zit onder andere in verschillende hoedanigheden in RvT’s voor DNB, ABP en SABIC en ben extern lid van de Audit en Risk Committee van Rabobank. Je zou kunnen zeggen dat ik een verzamelaar ben van rollen in een intrigerende sector. Het werk boeit me omdat toezicht geen bijbaantje meer is, maar een vak. Dat ik nu ook toezicht houd op een gesloten pensioenfonds met een acute continuïteitsvraag, maakt dit nieuwe voorzitterschap tot een rol die nog aan mijn verzameling ontbrak.”

Jullie zijn allen heel actief in deze sector, wat zijn actuele thema’s en ontwikkelingen waar jullie extra op letten?

De Groot: “Heel belangrijk is momenteel de Europese pensioenfondsenrichtlijn voor OPF-en, IORP. Dat ziet op de inrichting van het OPF, de governance, het risicomanagement en ESG-beleid alsmede de waardeoverdracht. Het is dus een vrij breed stuk wetgeving dat heel veel fondsen gaat raken.”

Eelens: “Om compliant te zijn heb je sleutelhoudersfuncties nodig, wat betekent dat met de rolverdeling in besturen vaak geschoven moet worden. Je mag met een aantal sleutelfuncties namelijk geen andere rol meer vertolken om zo je onafhankelijkheid te bewaren. De grote uitdaging waar pensioenfondsbesturen mee te maken krijgen is dat ze op 13 januari aanstaande IORP-compliant moeten zijn maar dat de wetgeving nog niet rond is. IORP vergt van fondsen dus een lastige evenwichtsoefening, namelijk om in de huidige onduidelijke situatie goede keuzes te maken en goed voor te sorteren op de nieuwe richtlijn.”

De Groot: “Een ander inhoudelijk punt is dat IORP aan deelnemers het recht geeft informatie over zichzelf op te vragen. Dat klinkt simpel, maar betekent dat de systemen van de uitvoerder ook in staat moeten zijn die informatie te leveren. Momenteel hebben we 48 uitvoerders en 250 fondsen. Van die 48 uitvoerders zijn er vermoedelijk veel niet in staat om de systemen zo transparant te maken dat ze de gevraagde informatie ook kunnen leveren. We weten überhaupt niet wat straks opgevraagd zal worden. Zo dreigt straks de ongewenste tweedeling te ontstaan tussen grote fondsen die wel en kleine die niet de gewenste informatie aan de deelnemer kunnen verstrekken. Daarnaast zijn er de doorlopende kosten om IORP-compliant te zijn. Die liggen waarschijnlijk tussen de 30.000 en 80.000 euro per jaar. Dat is een fors bedrag op de begroting van vooral kleinere fondsen. En zal daarmee ook weer leiden tot het verdwijnen van fondsen. IORP is naar mijn overtuiging een motor voor verdere consolidatie van fondsen en, in het verlengde daarvan, ook van uitvoerders.”

Toezicht nieuwe stijl gaat niet alleen meer over feiten en cijfers, maar is ook waardengericht geworden. Welke waarden staan voor jullie centraal?

De Groot: “Wezenlijk voor mij is dat je het voor de deelnemers doet. Ook vind ik het belangrijk om als toezichthouder door alle stakeholders aanspreekbaar te zijn over de wijze waarop we toezicht houden.”

Hilbrands: “Ik denk ook dat gedrag en cultuur, waarden en normen, steeds nadrukkelijker op zowel de bestuurs- als de toezichtstafel liggen. Er is veel veranderd als het gaat om bijvoorbeeld risicomanagement binnen pensioenfondsen. Instrumenten om bestuursbeleid en verandering ten goede te ondersteunen, zoals dashboards en dergelijke, zijn volop aanwezig. Maar vanuit het oogpunt van risicomanagement is gedrag en cultuur een essentieel aandachtspunt. Kijk naar alle schandalen die er bij grote ondernemingen zijn geweest, die kwamen daar vaak uit voort. Wat mij betreft geven we daar binnen deze sector dan ook extra aandacht aan, aan the tone at the top.”

Tekst: Baart Koster

Foto: Bettina Traas