Vera Bergkamp

INVESTEREN IN DE MAATSCHAPPIJ IS INVESTEREN IN JEZELF

Ze maakte een verrassende overstap van het bedrijfsleven naar de politiek. En dat terwijl ze als directeur HR & Facilities van de Sociale Verzekeringsbank helemaal op haar plek zat. Maar Bergkamp was al opgemerkt door Alexander Pechtold, die haar graag als versterking naar de Hofstad zag komen. Aan People at Work vertelt Vera Bergkamp waarom die stap toch niet zo verrassend is als hij wellicht lijkt en hoe zij in haar carrière en leven staat.

Het Tweede Kamergebouw is een stijlkundige synthese van modern en traditioneel. Het vele glas zorgt voor een massa daglicht die de barokke architectuur extra doet uitkomen. Een wandeling naar Bergkamps werkkamer leert dat haar partij D66 in een historische werkomgeving aan vernieuwende standpunten en beleidsvoorstellen werkt. “Dit is sowieso een bijzondere en prettige werkomgeving, maar mijn werkplezier wordt bovendien verhoogd doordat ik een van de 150 volksvertegenwoordigers mag zijn. Dat vind ik eervol.”

Toch waren velen verbaasd toen ze het bedrijfsleven verliet om naar Den Haag te gaan. Wie haar echter goed kent, zou dat niet zijn, zegt ze. “Ik ben altijd maatschappelijk betrokken geweest en was onder meer ook COC-voorzitter, een onbezoldigde functie die ik naast mijn betaalde functie als directeur deed. De drijfveer om maatschappelijk een bijdrage te leveren zit diep. Bovendien houd ik van multitasking. Dat maakt het leven extra boeiend, houdt je scherp en maakt dat je heel geconcentreerd bezig bent. Het is een vaardigheid die in Den Haag goed van pas komt, want je moet hier vaak heel snel schakelen.”

Het klinkt alsof de overstap naar de politiek er sowieso aan zat te komen. Ben jij een planner?

Nee, juist niet. Ik ben totaal niet bezig met het doelbewust opbouwen van een bepaald cv. Ik kijk goed naar hoe dingen lopen en pak vervolgens mijn kansen. Mijn maatschappelijke betrokkenheid is voor mij een belangrijk kompas bij het bepalen van welke kansen ik pak en welke niet. Het liefst houd ik me bezig met zaken die mensen heel direct raken. Wat dat betreft kom ik hier goed aan mijn trekken. Wat bovendien heel motiverend is, is dat ik al na een jaar kamerlidmaatschap merk dat je echt dingen kunt bereiken.

Kun je een voorbeeld geven van een goed voorstel dat er mede door jouw inspanningen doorheen is gekomen?

Toen ik in de Kamer kwam wilde ik pesten als onderwerp zo snel mogelijk hoog op de politieke agenda hebben. Ik heb daartoe initiatief genomen en mijn collega’s in de Kamer ook meegekregen. Er waren overigens ook mensen die eerst zeiden ‘pas op, je schept wel verwachtingen’. Echter, pesten kan zoveel leed veroorzaken bij kinderen en ook later nog, dat ik daarom vind dat je als Kamer moet kijken wat je wél kunt doen. Staatssecretaris Dekker was toevallig ook al bezig met een voorstel. Dus toen hebben we afgesproken om als Kamer, samen met de staats-secretaris en ook de Kinderombudsman dit onderwerp in gezamenlijkheid op te pakken. Resultaat is dat er nu een actieplan ligt.

Jij hebt ook langdurige zorg in portefeuille. Wat heb je op dat gebied al bereikt?

Vrijdag kwam het heugelijke nieuws dat de tarieven voor gehandicapten- vervoer omhoog gaan, zodat die vervoersdienst betaalbaar blijft. Je moet daarbij onder andere denken aan gehandicapte kinderen die daarmee van en naar hun dagbesteding worden gebracht. Ik ben daar een jaar lang mee bezig geweest. De staatssecretaris zei dat hij de tarieven niet wilde verhogen en daarom drong ik samen met de PvdA aan op een onderzoek van de NZA (Nederlandse Zorg Autoriteit) om met een objectief rapport over de kosten van gehandicaptenvervoer te komen. De NZA bewees wat ik al vermoedde, namelijk dat de vervoerstarieven tekortschoten. Vervolgens nam de staats-secretaris de aanbeveling van de NZA over en zijn de tarieven omhoog gegaan, waardoor de kinderen naar hun dagbesteding kunnen gaan. Dat zijn dus heel tastbare resultaten die mensen positief raken. Om daarin iets te bereiken geeft me een goed gevoel. Je kunt iets bijdragen om het leven van andere mensen beter of makkelijker te maken.

Op de portefeuilleterreinen waarmee jij je bezighoudt (langdurige zorg, jeugdzorg, welzijn en kunst en cultuur), wordt behoorlijk gesneden. Hoe kijk jij tegen die bezuinigingen aan?

Bezuinigen is op zich niet verkeerd. Het gaat er om wat het doel is en om daarin goede keuzes te maken. D66 is ook een partij die belang hecht aan het op orde brengen van de boekhouding. Want als tekorten blijven oplopen heb je op een gegeven moment geen handelingsmarges en keuzes meer. Om de zorg toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar te houden, moeten we juist bezuinigen. We hebben als oppositiepartij, bij het sluiten van het ‘herfstakkoord’ onze verantwoordelijkheid genomen, ook voor lastige keuzes die niet onverminderd populair zijn. Een akkoord blijft natuurlijk een compromis. Maar als je de politiek ingaat weet je dat je soms water bij de wijn moet doen en dat mensen het niet altijd met je eens zullen zijn. Dat hoort er bij.

Je zet je ook hard voor de jeugd in. Drugs en alcohol zijn probleemthema’s. Ook zie je dat het beleid in antwoord op die problemen steeds repressiever wordt. Zijn we daarmee op de goede weg?

Ja, een deel van de jongeren drinkt veel te veel alcohol, alhoewel ik me ook zorgen maak over de babyboomers. In die generatie ontwikkelt zich een groep gewoontedrinkers. Daarnaast maak ik me ook druk over onveilige XTC-pillen. Doordat er veel pillen met onzuivere samenstelling en ingrediënten circuleren, kost dat de levens van vaak jonge gebruikers. Als het om het antwoord op dit soort problemen gaat, geloof ik niet in het leggen van de nadruk in beleid op repressie en dwang. Helaas staat tegenwoordig de sanctionerende kant van het beleid centraal. Maar met streng-strenger-strengst kom je er niet. Ik geloof veel meer in voorlichting en preventie. We dreigen nu de gezondheidszorg en de preventieve maatregelen die we kunnen nemen te vergeten. Zo kun je in plaats van pillen te verbieden, ook regelen dat ze voor gebruik op feesten eerst getest worden. Mijn stelling is ‘we weten dat zaken als drank- en drugsgebruik altijd zullen voorkomen, dus regel het dan goed met elkaar’.

Je bent naast je werk altijd maatschappelijk actief geweest. Als wij naar een cv kijken dan zien wij ook altijd graag dat daar nevenactiviteiten op staan. Wat vind jij daarvan?

Dat wat iemand naast een betaalde baan doet, zegt natuurlijk wel wat. Bijvoorbeeld dat iemand de capaciteit heeft om werkzaamheden te combineren met nevenactiviteiten en het kan ook iets zeggen over waar iemands bevlogenheid zit. Ik vind het daarnaast ook mooi om, als je daarvoor ruimte hebt, maatschappelijk actief te zijn. Je levert een bijdrage aan de samenleving en je leert veel of andere dingen. En laten we wel wezen; nuttig zijn door een bijdrage aan de samenleving te leveren doet ook jezelf goed. Investeren in de maatschappij is dus ook investeren in jezelf.

Wat zijn jouw persoonlijke toekomst-ambities? Blijf je de komende jaren in je politieke carrière investeren?

Ik wil me vooral ontwikkelen als kamerlid en daar zoveel mogelijk uithalen. Het is fijn om jezelf erg in het heden te begeven en dat bedoel ik op een nuchtere manier. Je moet goed kijken naar wat je in je huidige rol kunt betekenen. Ik zit nu een jaar in de Kamer en vind het er heel boeiend. Maar wat de toekomst betreft zeg ik heel oprecht; ik zie wel wat die brengt. Want als je rotsvaste doelen stelt, loop je het risico dat je verkrampt gaat acteren om die te bereiken. Dat je je authenticiteit gaat verlaten. En dat is doodzonde.

Mis je het bedrijfsleven waaruit je komt, toch niet een klein beetje?

Ik heb met heel veel plezier bij de Sociale Verzekeringsbank gewerkt, dat is echt een goede herinnering. En niet alleen vanwege de collegiale sfeer. Wat ik zo mooi vind aan de SVB, en ik zie dat hier ook terug bij mensen die hier in de Tweede Kamer in de staf en het facilitair bedrijf werken, is dat er een oprechte klantgerichtheid is. Ik zag dat bij de SVB, waar het echt in de genen zit, maar ik zie het ook hier, bij de bodes, in het restaurant en bij de receptie. Dus hoewel de wereld waarin ik nu werk ook wel tricky kanten heeft, is het hier om die reden ook een beetje thuiskomen.

Auteur: Baart Koster

Fotograaf: Bettina Traas