Eline Polak

GROEIEN IS PER DEFINITIE TEAMWORK

Jurist Eline Polak bouwt sinds 1993 aan haar imposante carrière als specialist btw en douanerecht. Ze werkte onder andere bij advocatenkantoren en als raadsheer bij het gerechtshof. Sinds 1 juli 2016 combineert ze haar positie als partner bij Mazars Accountants en Belastingadviseurs in Amsterdam met die van raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In gesprek met Partners at Work vertelt zij hoe ze haar vele werkzaamheden combineert, hoe haar rechterlijke ervaring van meerwaarde is in haar advieswerk en over haar interessante ervaringen als rechter.

Het chronologische rijtje namen op Polaks CV oogt indrukwekkend: KMPG Meijburg & Co, Trenité van Doorne, Baker & McKenzie en nu Mazars. Markant is bovendien haar overstap in 2005 naar de rechterlijke macht, zeker omdat Polak vanaf 1998 een goedlopende praktijk opbouwde bij het internationale advocatenkantoor Baker & McKenzie. Haar laatste positie daar was die van local partner in de Amsterdamse Customs & International Trade Group. Op dat succes kijkt ze nuchter terug. “Ik had in die periode de wind erg mee. Het was de tijd waarin Enron en Arthur Andersen failliet gingen. Voor een internationaal georiënteerd advocatenkantoor als Baker & McKenzie was er dus veel te doen.” Er lagen bovendien volop zakelijke uitdagingen waar Polak nog een persoonlijke aan toevoegt. “In mijn businessplan om local partner te worden had ik een flinke groeiambitie opgenomen. Ik zag ook dat ik veel op pad moest en er een massieve hoeveelheid werk in moest stoppen om mijn praktijk echt te laten groeien en om de mensen in mijn team goed aan het werk te houden. Hoewel ik daar veel zin en alle vertrouwen in had, had ik ook twee jonge kinderen en was een derde op komst.”

Haar wens was om haar werk goed te doen, en gelijk op te gaan met alle andere partners die fulltime bezig waren. Maar daar stond de wens tegenover haar kinderen voldoende aandacht te kunnen schenken. In werken bij de rechterlijke macht zag ze een oplossing. “In de periode dat mijn kinderen nog heel jong waren kon ik bij het Hof aan het werk, waar belastingzaken toen in eerste aanleg dienden. Maar in 2005 veranderde de wet en vond het geding in eerste aanleg bij de rechtbank plaats. Daar moesten dan ook belastingkamers worden ingericht en gevuld. Dat trok mij, omdat ik zo op topniveau mijn vak kon uitoefenen en ik tevens voldoende tijd overhield voor mijn gezin. De switch naar de rechtbank was dus een zeer bewuste.”

Hoe reageerde jouw werkomgeving op het besluit om voor de rechterlijke macht te kiezen?

Bij Baker & McKenzie was men heel faciliterend. Aanvankelijk was het aanbod om me zo te ondersteunen dat ik mijn weg, in aangepaste vorm, bij hen zou kunnen vervolgen. Baker zag me liever blijven dan vertrekken. Dat ik uiteindelijk naar de rechtbank vertrok en niet naar een concurrerend kantoor, maakte mijn vertrek uiteraard makkelijker.

Hoe was die overstap van een dynamische marktgerichte organisatie naar een organisatie die met rechtstoepassing bezig is?

Heel boeiend. De belastingkamer werd gevuld met een startende en bonte groep mensen, bestaande uit bestuursrechters, een enkele strafrechter, uit mensen die van de gerechtshoven kwamen en mensen van buiten de rechterlijke macht, zoals oud-belastingadviseurs, oud-medewerkers van het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad en oud-inspecteurs van de belastingdienst. Als zij-instromer bij de rechtbank moest ik bovendien in opleiding, want je begint uiteraard niet meteen in je vak. Ik koos voor een verdieping in algemeen bestuursrecht en kreeg te maken met geschillen over dakkapellen en ter discussie staande rooilijnen. Dat was een prima training want ik raakte zo goed thuis in de Algemene Wet Bestuursrecht en in het voorzitten van een zitting, wat toch ook een ambacht is.

Je ziet als rechter heel veel voorbijkomen. Waar verbaas jij je over?

Over de voorbereidingen van de zaak door belastingplichtigen. Professionele partijen hebben bijvoorbeeld vaak de neiging zich te richten op juridische stellingen en niet op feiten. Dus die nemen heel sterk juridische stellingnames in en geven aan hoe zij denken dat de wet gelezen moet worden. Waarbij ze de feitelijke constellatie vergeten, terwijl de feiten in een zaak leidend zijn. Ik heb dat meer dan eens gezien en vond dat altijd hoogst verbazend.

Kijken we naar belangrijke ontwikkelingen in de fiscale wereld, dan is dubieuze fiscale planning van internationale concerns er één. Media hebben de mond vol van Apple en Starbucks, hoewel in een recente Zembla documentaire werd betoogd dat er ook op het gebied van btw het nodige aan de hand is.

Dat klopt. Gaat het om indirecte belastingen dan hebben we in Europa een VAT Gap die berekend is op ongeveer 160 miljard euro. Je praat over het verschil tussen wat de opbrengst van de omzetbelasting in alle lidstaten zou moeten zijn en wat er daadwerkelijk binnenkomt aan omzetbelasting. Dat probleem is wat mij betreft zeer onderbelicht. Het gaat in de media over de belastingschandalen met bedrijven als Starbucks, maar uiteindelijk zijn opbrengsten van winstbelastingen veel lager dan opbrengsten van omzetbelastingen. En over invoerrechten hoor of lees je al helemaal nooit wat, terwijl dat toch ook over miljoenen Europees belastinggeld gaat.

Na tien jaar werkzaam te zijn geweest bij de rechtbank ben je overgestapt naar Mazars. Wat waren daarvoor jouw drijfveren?

Na tien jaar als adviseur en tien jaar als rechter te hebben gewerkt, kon ik mooi de balans opmaken. Alhoewel ik het inhoudelijke werk als rechter heel interessant vond, gaat mijn voorkeur uit naar advieswerk. Dat past veel meer bij me omdat advieswerk in tegenstelling tot het werk als rechter, een minder eenzaam vak is. Als rechter was ik alleen met mijn dossiers en ook al werkte ik samen in de meervoudige kamer, de zaken bereidde ik altijd alleen voor. Dat moet ook wel, want als je dat als rechters gezamenlijk zou doen, zou je de kracht van de meervoudige kamer ondermijnen. Wat niet wegneemt dat je van het werk als rechter, de samenwerking met andere rechters, het reflecteren op een zaak en de intervisie die erbij komt kijken, als mens heel erg groeit. Ik zou elke adviseur haast aanraden om dit werk een tijdje te doen.

Kijk je door jouw rechterlijke ervaring als adviseur nu anders naar zaken?

Jazeker. Alleen al door de diepgang, doordat je over elk onderwerp alles leest. Tevens ben ik gewend een zaak van alle kanten te bekijken. Als rechter kijk je naar twee partijen, je weet dus ook hoe een belastinginspecteur ertegenaan kijkt. Je taak is om een zaak van alle kanten te belichten. Als adviseur heeft die werkwijze een grote meerwaarde, vooral bij het inschatten van de haalbaarheid van adviezen.

Je combineert je huidige rol bij Mazars nog wel met het zijn van raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hoe ziet die functie eruit?

Ik treed ongeveer eens per kwartaal op als plaatsvervangend raadsheer. Gemiddeld doet een raadsheer vijfendertig zittingsdagen per jaar en ik doe er dus vier of iets meer. Nu vind ik het niet alleen zelf interessant om als parttime raadsheer actief te blijven, ook het Hof wil dat graag, want dat wil werken met in bepaalde onderwerpen gespecialiseerde plaatsvervangers.

Schuurt het niet om aan de ene kant als adviseur te kijken hoe de wet zo ‘voordelig’ mogelijk kan worden uitgelegd en aan de andere kant als rechter te kijken naar de juiste wetstoepassing?

Nee, want het komt altijd op de feiten en de juiste wetsuitleg aan. Als belastingadviseur ben je trouwens ook niet steeds de grenzen aan het opzoeken, een groot deel van mijn adviezen betreft de uitleg van het Europese btw systeem aan buitenlandse ondernemers. Maar ook in het geval dat een klant verzoekt om een voordeliger structuur hoeft dat niet onjuist te zijn. Neem het leerstuk binnen de btw, misbruik van recht. Dat betekent dat een zaak of een structuur geen enkele economische realiteit meer heeft en je iets alleen maar doet om daar fiscaal voordeel uit te trekken. Vraagt een klant van Mazars mij om een dergelijke structuur op te tuigen, dan zal ik ook in mijn rol als adviseur belichten of zo’n structuur wel enige realiteit heeft en of een inspecteur of rechter dat bij toetsing goed zal vinden. En vervolgens raad ik een structuur aan die naar mijn idee wél stand zou moeten houden.

Wat zijn jouw persoonlijke ambities, nu en voor de komende jaren?

Mazars wil groeien ik wil daar graag mijn bijdrage aan leveren. Zelf geloof ik erg in samenwerken, want groeien is per definitie teamwork. Dus ik probeer de mensen aan te trekken, op te leiden en mee te nemen, zodat ze beter in hun vak worden dan ik. Ook met betrekking tot publicaties over vaktechnische zaken geldt dat ik die niet alleen zelf schrijf, maar dat ik daar ook medewerkers mee help. Ik ben auteur voor diverse fiscale uitgaven zoals IBFD, NDFR en NLFiscaal. Voor al die activiteiten wil ik mij nu en in de toekomst met enthousiasme inzetten. Het feit dat ik hier bij Mazars bovendien warm ben ontvangen en van alle partners de benodigde ondersteuning krijg om goed te kunnen functioneren, motiveert me alleen nog maar extra.

Auteur: Baart Koster

Fotograaf: Bettina Traas